Hoe weet je wanneer plagen ophoudt en pesten begint? Een persoonlijk verhaal over gevoeligheid, buitensluiten en het verschil dat je voelt in je buik.
Misschien heb je het zelf meegemaakt of zie je het gebeuren bij je kind, collega, of vriend: er wordt wat geplaagd. Grapjes, opmerkingen, een duwtje, een bijna onzichtbare opmerking onder de adem. “Ach, het is maar plagen,” wordt er vaak gezegd. Maar is dat wel zo?
Er is een grens. En die grens is vaak dun. Soms voel je hem al in je buik, nog vóór je hoofd het begrijpt. In deze blog wil ik je meenemen naar mijn eigen ervaring. Waarom ik inmiddels feilloos voel wanneer plagen verandert in iets dat pijn doet: pesten.
Hoe weet je wanneer plagen ophoudt en pesten begint?
Pesten kan je doen struikelen, maar het hoeft je niet te breken. Soms is het juist de storm waardoor je sterker en mooier gaat bloeien.
Mijn verhaal. Het begon niet als plagen, al werd het wel zo genoemd
Ik was zes. Stil. Verlegen. Bang, eigenlijk.
Nu weet ik dat ik hoogsensitief was, een HSP. Maar toen had niemand daar ooit van gehoord.
Wat ik wél wist, was dat ik alles oppikte: stemmingen, blikken, geluiden, de sfeer in een ruimte. Alles kwam hard binnen. Gelach van kinderen kon me bang maken. Harde stemmen maakten me klein. Als iemand iets zei, kon het nog uren door mijn hoofd blijven echoën.
En misschien was ik zelfs al bang vóór het pesten begon, omdat ik me thuis ook niet echt veilig voelde. Maar dat is een ander verhaal, voor een andere keer. Ik voelde me anders. En ik wás ook anders.
Ik huilde sneller. Was voorzichtig. Terughoudend. En ik pestte niet terug.
En misschien is dat wel precies waarom het steeds verder ging. Want hoe stiller ik werd, hoe makkelijker ik geraakt kon worden. Hoe meer ik me aanpaste, hoe minder ik werd gezien.
Pesten
In het begin leek het nog op gewoon vervelend gedrag. Grappen over mijn kleding, over hoe ik praatte, dat ik altijd zo bang was. Maar al snel veranderde het. Vooral toen ze doorhadden dat ik niets terug durfde te zeggen. Er werd gescholden. Veel.
Na schooltijd wachtten ze me op. Op straat, voor de schoolpoort. Om me uit te lachen, openlijk te vernederen. En vooral: om me buiten te sluiten.
Dat buitensluiten, dat was misschien nog wel het ergst. Het gevoel dat je niet meetelt. Dat je niet gewenst bent. Alsof je lucht bent. Of erger nog: alsof je er niet mág zijn.
“Plagen is samen lachen, met een speelse bedoeling. Pesten daarentegen is bedoeld om te kwetsen en iemand bewust pijn te doen.
Wanneer wordt plagen pesten?
Die vraag krijg ik vaak. En ik stel hem mezelf ook nog weleens.
Want eerlijk: ik plaag ook weleens. Mijn moeder, mensen die ik liefheb. Omdat er een spel in zit, een lach, iets luchtigs. Mijn vriend heeft ADHD en soms plaag ik hem met zijn warrige hoofd, omdat hij weer eens iets kwijt is. Maar het gebeurt altijd met een lach, en we lachen samen om die momenten.
Plagen is veilig. Plagen is samen lachen en plagen is niet pijnlijk.
Pesten is herhaald, onveilig en ongelijk.
Het haalt iemand omlaag in plaats van omhoog. Het zet iemand apart. En als de ander er niet meer om kan lachen, dan verandert het van een grap in iets dat bewust pijn doet.
Nooit zou ik iemand zo behandelen als ik toen behandeld werd.
Want als je weet hoe het voelt om buitengesloten te zijn, dan weet je ook hoe diep dat snijdt.
Hoe weet je wanneer plagen ophoudt en pesten begint?
Voor jou, als je dit herkent
Misschien lees je dit en voel je: dit herken ik.
Misschien ben jij ook iemand die gevoelig is. Die ooit op jonge leeftijd al leerde: ik pas me wel aan. Ik word kleiner. Onzichtbaarder. Dan wil ik je zeggen: je bent niet alleen.
Wat jou is overkomen, zegt niets over jouw waarde als mens.
Misschien is het bij jou (ook) lang geleden. Als zo’n oude wond diep in je lijf zit, kan het soms onverwacht weer af en toe nog geraakt worden. Weet dan dat die pijn er mag zijn, en dat het helemaal niet iets is om je voor te schamen. Ga alsjeblieft ook niet denken dat jij het over je afriep, omdat je ‘anders’ bent. Je hoeft je niet af te vragen of je je aanstelt. Jouw gevoel is altijd echt en verdient respect.
Ik heb deze blog niet geschreven om te blijven hangen in het verleden.
Ik schrijf dit omdat ik inmiddels weet hoe bevrijdend het is om te begrijpen waar sommige gevoelens vandaan komen. En om het serieus te nemen, zonder het zwaarder te maken dan het is.
Zonder oordeel. Maar wél met liefde. Voor mezelf en voor jou.
Waarom dit nog steeds speelt. Ook als volwassene
Jaren later dacht ik dat ik ben er overheen was. Ik heb jarenlange therapie gevolgd. Maar een paar jaar geleden leerde ik iemand kennen. Een zielsconnectie. Iemand die me écht zag, en tegelijkertijd iets ouds in mij triggerde. Zijn plotselinge afstand activeerde het oude gevoel van buitengesloten zijn. Het kind in mij dat dacht: ik ben niet goed genoeg. Het kwam allemaal weer terug. Niet omdat hij me pestte. Maar omdat mijn lijf zich iets herinnerde.
Dat is het stille werk van pesten: het laat sporen achter. In je zelfbeeld, je relaties. In hoe je jezelf al dan niet laat zien. En soms komt het pas jaren later naar boven. Via een ontmoeting, een trigger, of een plotseling gevoel van: hier ben ik weer, op dat schoolplein.
Waarom dit verhaal belangrijk is
Ik deel dit niet omdat ik in het verleden wil blijven hangen. Integendeel. Het gaat goed met mij. Ik heb geleerd te voelen waar mijn grenzen liggen. Wanneer ik geraakt word en wat ik dan nodig heb. Maar ik weet ook dat ik niet de enige ben. En ik weet hoe belangrijk het is dat we het blijven hebben over die grens. Tussen plagen en pesten. En over wat het doet, ook als het onzichtbaar blijft. Weet dat je niet alleen bent. Of je het nu zelf meemaakt of hebt meegemaakt. Samen vormen we een onbreekbare kracht, klaar om door te gaan met opgeheven hoofd en te helen.